Willem Jan Otten is de auteur van een veelzijdig oeuvre dat romans en
toneelstukken omvat, maar ook essays, zoals Het museum van licht. Maar
de kern van zijn schrijverschap hccft altijd bestaan uit poëzie. Dat
dit nog altijd zo is, bewijst zijn nieuwe bundel op de hoge.
Meer dan zestig gedichten vormen tezamen, zoals dat ook in zijn vorige
bundel Eindaugustuswind het geval was, een kroniek van een groei.
Het is poëzie die direct uit het leven lijkt voort te komen. Denkend,
reflecterend en de ervaring zoekend.
Dat zijn in deze bundel in het bijzonder drie thema's. In de eerste
plaats de overgave aan het mysterie - het terugdeinzen, het moed verzamelen
om door de knieën te durven gaan, prachtig verwoord in het titelgedicht
of het gedicht Palingcredo
'Waar haalt hij ooit de moed vandaan / om door de nauwste ring te gaan
/ als er geen slotsom was die hij al kende'.
Verder zijn er de vriendschaps- en liefdesgedichten, en tenslotte is
er een hele reeks gedichten over Alexander de Grote, de heerser die zich
godgelijk waande.
Over dat alles schrijft Otten in de taal die hem eigen is: stevig, muzikaal
en soepel, vol eigen woorden en eigenzinnige beelden.
De auteur:
Van Willem Jan Otten verschenen de romans Een man van horen zeggen,
De wijde blik en Ons mankeert niets. Zijn meest recente poëziebundel
was Eindaugustuswind (1998), zijn andere dichtbundels werden in
2000 verzameld in Eerdere gedichten. In 2000 ontving hij de Constantijn
Huygensprijs.
Bij u in huis op: woensdag Bestel vóór: 23:15 |
Andere titels binnen de rubriek: |
Poëzie
|