Op 31 augustus 1941 hing Marina Tsvetajeva zich op in Jelabouga in de
Tataarse USSR, een afgelegen oord waarheen ze was geëvacueerd door
de Sovjet-autoriteiten. Met Achmatova, Mandelsjtam, Jesenin, Majakovski
en Pasternak wordt ze thans beschouwd als een der grootsten uit de
Russische poëzie.
Hoewel Marina Tsvetajeva zich verwant voelde aan de roden, emigreerde
ze in 1922 toch naar Berlijn, waar haar man zich bevond. In 1939
repatrieerde zij, na lang aarzelen: een repatriëring die naar haar
dood voerde. Haar vrienden en collega's onder de Russische schrijvers
keerden haar bijna allen vriendelijk maar beslist de rug toe. Zelfs
Boris Pasternak, haar grote, poëtische liefde, kon niets voor haar
doen.
Haar proza, tot nu toe verspreid voorkomend in diverse, meestal buiten
Rusland verschenen uitgaven, is op zijn mooist in de herinneringen en
portretten die Tsvetajeva schreef Daaruit is nu door Charles B. Timmer
een omvangrijke keuze gemaakt die, voorzien van nawoord en noten, dit
boek tot een eerste overzichtelijke presentatie van Tsvetajeva's
memoriaal maakt.
Vertaling: Charles B. Timmer
Nawoord: Charles B. Timmer
Extra informatie :
Paperback / softback
Juni 2011
413 gram
195 x 121 x 35 mm
EAN: 9789029549363
De Arbeiderspers